Blog

Spint bestrijden

Spint

Spint bestrijden

Spint zijn minuscule mijten en is een van de meest voorkomende plagen bij planten. Niet alleen bij kamerplanten, maar ook in kassen. Spint is met het blote oog nauwelijks te zien. De mijt bevindt zich meestal aan de onderkant van het blad waar het plantensappen opzuigt. Hierdoor ontstaan gele plekjes op de bladeren, wat uiteindelijk steeds erger wordt.

Heb je al eens last gehad van spint op je kamerplanten? Lees dan snel verder want Tuinland geeft je de beste tips en informatie voor het spint bestrijden! 

Wat is spint?

Spint is een ver familielid van de spin. Als je spint onder de microscoop zou bekijken zie je hele kleine spinnetjes lopen met 8 poten. Ze zijn maar 0,5 mm groot, waardoor je ze eigenlijk niet kan zien.

Je herkent spint vooral aan de schade die ze maken aan de plant. Ze zitten onder op het blad waar het gaatjes prikt voor voedingsstoffen. Dit veroorzaakt gele puntjes aan de bovenkant van het blad. Na verloop van tijd zal het blad geel worden. Wacht je nog langer met het spint bestrijden, dan zal er een spoor van spinrag ontstaan tussen de bladeren en stengels.

 

Waar komt spint vandaan?

Spint komt je huis binnen via een andere besmette plant of via een raam. Verder houden mijten van een droge en warme omgeving. Het is aan te raden om je planten goed te sproeien met water, vooral onder de bladeren. Mijten zal je veel terug vinden in oude potgrond met weinig tot geen voeding.

Verpot je planten daarom eens in de 2 of 3 jaar, of voeg wat verse potgrond toe aan je plant. Daar wordt je plant ook weer gelukkiger van. Want een gezonde plant heeft ook een betere weerstand.

Spint herkennen

Spint herkennen kan soms moeilijk zijn, doordat deze bijna niet te zien is met het blote oog. Onder de microscoop zal je hele kleine spinnetjes zien. Spint is namelijk een verre neef van de spin. Spint bevindt zich meestal onder het blad waar het plantensappen opzuigt. Hierdoor ontstaat beschadiging aan het blad wat zich uit met gele puntjes in de bladeren. Het kan erg vervelend zijn als je er achter komt dat er op je kamerplant spint bevindt.

Als de spintplaag al in een vergevorderd stadium is, zal je fijne draden en spinrag zien tussen de bladeren en stelen van de plant.

Er zijn verschillende soorten spint en deze zijn meestal plant specifiek, onderstaand hoe de verschillende soorten spint herkennen:

  • Kasspint: spreekt voor zich, deze spint komt vooral in kassen voor.
  • Ligustermijt: de ligustermijt is een soort die gek is op ligusterhagen. Ook kan je deze mijt vinden op orchideeën.
  • Orchidee mijt: ook is er nog een specifieke spint soort die alleen orchideeën aantast.
  • Palmmijten en bonenmijten: tast palmen, maar ook diverse soorten groente en fruitsoorten aan.

Spint bestrijden met azijn

Spint heeft in vergelijking met andere luissoorten weinig resistentie opgebouwd tegen pesticiden. Het lastige aan spint bestrijden is dat spint zo klein is dat je ze snel over het hoofd ziet. Je bestrijdt dan niet de volledige plaag en de spint zal weer terugkomen.

Er zijn verschillende manieren voor het spint behandelen. Een daarvan is spint bestrijden met azijn. Dit is een snelle en effectieve manier om spint aan te pakken. Voor het spint bestrijden met azijn, giet je een klein beetje azijn in een plantenspuit met water. Besproei de plant vervolgens goed met dit mengsel. En dan met name vooral onder de bladeren! 

Is de spint na een paar dagen nog niet weg? Spuit de plant dan nog een keer in met de azijn mix. Maak je azijn mix nog wat effectiever door er wat groene zeep of afwasmiddel aan toe te voegen.

Spint spray

Geen zin om zelf producten te moeten mengen en mixen? Koop dan een kant en klare spint spray bij Tuinland. Deze spray van ECOstyle is een effectieve oplossing om spint op planten te bestrijden en voorkomen. De Promanal-R spray is een contactspray, dus het is belangrijk dat de spint geraakt wordt door de spray. Spuit hierbij de boven- en onderkant van de bladeren goed in.

Planten stekken

Stekjes

Planten stekken, zo doe je dat!

Wat is nou leuker dan kleine stekjes te zien groeien? Het stekje krijgt steeds meer wortels en nieuwe bladeren. Er zijn vele soorten planten die je kan stekken, hierdoor kun je eindeloos variëren in huis. Het is belangrijk om planten te stekken in de lente of zomer, omdat planten dan in het groeiseizoen zitten. Hierdoor zal je al snel nieuwe wortels zien bij je stekjes. 

Welke planten makkelijk stekken?

Wist je dat je bijna alle planten in je huis kan stekken? Waar je goed op moet letten is dat je kamerplanten op verschillende manieren kan stekken. Hieronder benoem ik de meest voorkomende manieren om te stekken met de makkelijkste planten:

Uitlopers stekken

Planten zoals de pannenkoekenplant en de graslelie maken zelf een stekje aan, wat makkelijk! Deze haal je uit de grond en kan je op water stekken of gelijk in een nieuw potje zetten. 

Luchtwortels stekken

De gatenplant en scindapsus krijgen luchtwortels. Dit zijn planten die makkelijk te stekken zijn. Het enige wat je hoeft te doen is een stengel vlak voor de luchtwortel afknippen. Deze zet je vervolgens in de aarde. De plant stekken, kan ook eerst op water om op voorhand wat wortels te kweken. 

Kopstekken

Sommige planten hebben een stam, zoals een ficus of yucca. Daar groeien weer vertakkingen aan. Bij deze planten snijd je de kop van de plant af. Dit klinkt heftig, maar geen zorgen er zal gewoon een nieuwe top groeien uit de moederplant. Het is belangrijk de kopstek in het water te zetten zodat hij wortels kan laten groeien.

Bladstekken

Dit doe je bij vetplanten zoals een aloë vera of een peperomia. Deze stek je door een blad van de plant te halen en deze in de potgrond te zetten. Voordat je het blad in de potgrond zet moet deze eerst even herstellen. De ‘’wond’’ moet namelijk eerst drogen en helen.

Hoe stek je een plant?

Een stekje die je in het voorjaar of zomer af knipt zal het snelst gaan wortelen en heeft de grootste overlevingskans. Er is dan genoeg warmte en licht zodat je stekje sneller wortelt en groeit. Hierboven staan de verschillende manieren voor het planten stekken, belangrijk is om de juiste stek manier uit te kiezen voor je plant.

Gebruik altijd schone materialen als je gaat planten stekken. Anders heb je kans om bacteriën van de ene stek op de andere stek over te dragen. Maak je schaar of mes altijd schoon met wat alcohol.

Bij planten stekken op water kun je het beste water op kamertemperatuur gebruiken. Wist je dat regenwater zelfs nog beter is om te gebruiken bij planten stekken?

Ook belangrijk is om te zorgen dat je niet te grote stekken gebruikt. Een grootte van 10 tot 15 cm is voldoende. Doe je dit niet, dan moet de stek te hard werken om alle bladeren te voorzien van vocht. Zorg er ook voor dat je van de onderkant wat bladeren afhaalt, dit gedeelte gaat straks wortelen en dan in de grond. Stekken planten is voornamelijk een kwestie van de plant in de volle grond zetten. 

Welke planten stekken op water?

Bij planten stekken zijn er veel planten die op water gestekt kunnen worden. Alleen bladstekken kan je na het herstel gelijk in potgrond zetten. Een plant stekken op water is ook gelijk de makkelijkste manier. Je hoeft niet bang te zijn dat je te weinig water geeft. Ook kan je makkelijk in de gaten houden hoeveel wortels je stekje al heeft. 

Daarnaast ziet het er ook nog eens super leuk uit! Ga voor een transparant potje en zie de wortels van jouw stekje groeien. Je stekje zal wel even moeten wennen als je hem in potgrond stopt, het is dan belangrijk de potgrond vochtig te houden.

Vaderplant stekken

De persoonlijke favoriet van Tuinland is de vaderplant! De Latijnse naam van de vaderplant is tradescantia. De vaderplant is een makkelijke kamerplant die snel groeit en nog makkelijker is als het om planten stekken gaat. De vaderplant komt oorspronkelijk uit Noord- en Zuid Amerika. De plant groeit daar vrij snel en wordt daarom ook gebruikt als bodembedekker.

Als je een makkelijke plant zoek voor het planten stekken, dan moet je bij de vaderplant zijn. Knip een stengel van ongeveer 10 tot 15 cm af met wat nieuwe bladeren. Als er nieuwe bladeren aan de stengel zitten betekent dat er veel energie in zit wat zorgt voor een succesvollere stek. Aan de onderkant van de stengel haal je de bladeren er vanaf, hier gaat de stek straks wortelen. Zet het stekje in het water en dan begint het wachten! 

Gelukkig krijgt de tradescantia al snel wortels. Wanneer de stek wortels heeft gemaakt kun je deze in aarde zetten. Het mooist is om meerdere stekjes in een pot te zetten, zodat je een mooie volle plant krijgt. Geef je vaderplant in het begin wat meer water zodat de wortels kunnen wennen aan de potgrond.

Gazon aanleggen

Gazon

Gazon aanleggen

Bij een nieuw gazon aanleggen kun je denken aan gras aanleggen, nieuw gazon op oud gazon, grasveld aanleggen maar ook aan kant en klare graszoden leggen. Gras zaaien is een snelle manier. Het enige nadeel hiervan is dat je er de eerste twee maanden niet op kunt lopen.

Een aantal algemene aandachtspunten zijn: de periode waarin je het gras gaat aanleggen, de graszaad keuze, de bewatering en het tuingereedschap dat je gaat gebruiken voor deze klus.

Hieronder lees je meer over hoe je een gazon aanlegt en welke graszaden daarvoor te gebruiken zijn.

De bodem voorbereiden

Voor dat je gras kunt zaaien, gaan we eerst met de grond aan de slag. Het is belangrijk om eerst de grond klaar te maken. Dit doe je met een hiervoor bedoelde tuinspade. Met een tuinspade kun je de tuin omspitten. 

Bij het omspitten steek je als eerst de spade in de grond. Doe dit zo’n 20 centimeter diep per keer. Wortelen, stenen en overig onkruid kun je na het spitten handmatig verwijderen. Denk bij het spitten goed aan de techniek. Dit om rugklachten te voorkomen. Spitten moet je namelijk leren!

Handige tips tuin omspitten

  • Hou de spade lichtelijk schuin zodat de spade niet te diep in de grond gaat
  • Til niet meer aarde op dan nodig is
  • Begin liever eerst met een stukje, dan in één dag de volledige tuin

Goed tuingereedschap is essentieel bij het omspitten. Het maakt je tuinklus een stuk eenvoudiger en efficiënter. Is de grond eenmaal onkruidvrij en volledig omgespit? Dan is het tijd om de grond te gaan egaliseren. Nu de grond onkruidvrij is en volledig omgespit, kun je de grond egaliseren. Egaliseren is ook wel simpel gezegd, een heuvelige grond recht maken. De grond egaliseren doe je door middel van een hark en een tuinwals. Als eerst verdeel je de losse grond gelijkmatig met de hark. Om vervolgens het gehele stuk grond egaal te rollen of stampen met een tuinwals.

 

Het juiste graszaad uitkiezen

Nu de bodem gereed is, kan het gras zaaien beginnen. Neem van het graszaad de helft uit de verpakking en zaai hiermee in de lengterichting van de tuin. Vervolgens zaai je de tweede helft in de breedterichting.

Welk graszaad je nodig hebt, hangt af van je wensen. Je hebt namelijk graszaden die geschikt zijn voor een speelveld, een gazon in de schaduw of meer een siergazon. Hieronder leggen wij per graszaad soort uit, waar deze voor wordt gebruikt:

  1. Graszaad voor een speelveld
    Voor graszaden die geschikt zijn voor families met kinderen kun je denken aan speelgras. Dat is een soort gras die samen dichte zode vormen. Dit maakt dat je een sterk gazon hebt waar je kinderen op kunnen spelen. 
  2. Graszaad voor gras herstel
    Bij doorzaaien wordt herstel gras aangeraden. Dit is een grassoort dat zich snel vestigt in de grond en onkruid vrijwel geen kans geeft om de kop uit te steken. 
  3. Graszaad voor een gazon in de schaduw
    Zoek je een graszaad dat geschikt is voor gazons in de schaduw? Dan raden wij aan om schaduw graszaad te zaaien. Over het algemeen hebben de meeste grasrassen veel zonlicht nodig om goed te kunnen groeien, maar schaduw mengsels bestaan vaak uit roodzwenkgras en struisgras. Dit zijn grasrassen die fijne maar toch dichte zode vormen en goed presteren in de schaduw.
  4. Siergazon
    Toch liever een siergazon? Dan is siergras de beste keuze die je kan maken. Siergras is fragiel en dus niet geschikt om te betreden. Daarom is deze soort af te raden wanneer je kleine kinderen hebt. Deze grassoort geeft een frisgroene en fijne uitstraling van je tuin. 

Wanneer gras leggen?

Een nieuw gazon aanleggen of graszoden aanleggen kun je het beste doen in een periode waarin de grond vochtig en redelijk opgewarmd is. Met ons klimaat is dat in het voorjaar van april tot en met mei. En in het najaar augustus tot en met september.

Het is goed om te weten dat het niet al te warm mag zijn wanneer je aan deze klus begint. Als er een te droge periode wordt verwacht, kun je deze beter voor zijn of wachten tot een beter moment. 

Als de bodem warm en vochtig is, kunnen de zaden zich namelijk sneller ontkiemen. Het ontkiem proces is afhankelijk van de grassoort. Maar gebeurt gemiddeld het beste bij bodemtemperaturen van 10 tot 12 graden. 

Hoe beter de omstandigheden zijn wanneer je gras gaat aanleggen, hoe minder kans je op onkruid krijgt tussen het gras.

Nieuw gazon aanleggen op oud gazon

Het is ook mogelijk om op een oud gazon, een nieuw gazon aan te leggen. Daarvoor kun je het beste als eerst de oude graszoden verwijderen. Dit kan op verschillende manieren, namelijk: frezen met een freesmachine, omspitten met een spade of lossnijden met een graszodensnijder.

Eenmaal de oude graszoden verwijderd is het belangrijk om de kwaliteit van de bodem te controleren. Het proces van een nieuw gazon aanleggen begint namelijk bij het voorbereiden van grond.

Graszaad kopen bij Tuinland

Eenmaal je gazonnetje aangelegd, mag het onderhoud zeker niet vergeten worden. Een gazon moet natuurlijk goed onderhouden worden en daarbij is een geschikte grasmaaier onmisbaar.

 In onze webshop ben je op de juiste plek voor al jouw gazon onderhoud artikelen. Denk aan graszaad, grasmaaiers en tuingereedschap. Bij ons heb je keuze uit handmaaiers maar ook elektrische trimmers en grasmaaiers.

Moestuin beginnen

Moestuin

Een moestuin beginnen

Wil je graag zelf groente kweken, maar je weet niet hoe je een moestuin start? Bekijk eerst op welke plek je de moestuin wilt beginnen. Dan welke groente- en kruidenplanten je er in wilt hebben en of het de juiste plek is (veel zon of schaduwrijk). Kies je voor de volle grond of voor een moestuinbak op poten

Of je tuin nu groot is of klein, zelfs op je balkon kun je groente kweken in potten en bakken. Groente uit eigen groentetuin is gezond en lekker. En een eigen groentetuin beginnen is echt niet moeilijk. Ook is in de tuin werken een heerlijke ontspanning na een lange werkdag.

Als je pas begint met een groentetuin en je hebt niet echt “groene vingers”, begin dan met gemakkelijk te kweken groenten zoals bijvoorbeeld aardbeien, bieten, courgette, radijs, sla, spinazie, wortel en kruiden. Deze planten hebben namelijk weinig verzorging nodig. Kies ook groente die je zelf lekker vindt.

Je kunt zaden zaaien maar ook stekjes kopen. Sommige groentesoorten kun je beter eerst binnen voorzaaien in tuinkassen of in kweekbakken om later buiten uit te planten.

Combinatieteelt

Let er wel op welke groente je naast elkaar zaait. Niet alle groenten kunnen naast elkaar groeien.

Zo gaan bijvoorbeeld tomaten en aardappelen niet samen, maar tomaten, bieslook en ui weer wel. Maar ook ui en wortel is een goede combinatie. 

Moestuin Tip!: Last van aaltjes? Plant Afrikaantjes tussen je knolgewassen. Voor het verjagen van mieren en slakken is de Goudsbloem dé bestrijding! Zo hoef je geen gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken en lost de natuur het zelf op.

 

Zorg voor de juiste moestuin grond!

De grond is het belangrijkste als je een moestuin wilt beginnen. Tuinaarde is beter voor je planten dan gewone zandgrond. Het bevat meer voedingsstoffen. Maar je kunt ook potgrond gebruiken.

Groenten die het beste groeien op kleigrond zijn vooral knollen, koolsoorten en aardappelen. 

Je kunt het beste beginnen met het verwijderen van al het onkruid en gras. Maak de grond goed los voor je begint te zaaien of te beplanten. Egaliseer de grond zodat je makkelijker kunt zaaien of kleine plantjes kunt poten. Bemesten hangt af van welke groente en kruiden je gaat zaaien of planten. Niet alle planten hebben bemesting nodig.

 

Een moestuin voor kinderen

Kinderen vinden het ook erg leuk om hun eigen groente te kweken. Leer je (klein)kinderen hoe je groente zaait, het water geeft en later groeit. Hoe leuk om groente te eten wat ze zelf verbouwen. Dit stimuleert groente eten en je kind krijgt oog voor de natuur. 

Makkelijke groente om mee te beginnen zijn bijvoorbeeld sla en radijsjes. Maar worteltjes of tomaatjes zo uit eigen tuin eten is ook geweldig leuk. Laat je kind zoveel mogelijk zelf doen maar houd wel toezicht of ze bijvoorbeeld niet vergeten om water te geven.

 

Maak een moestuinplan

Teken een plattegrond waar en welke groenteplanten je in je groentetuin wilt hebben. Zo heb je een duidelijk overzicht en kun je later altijd terug kijken waar de planten hebben gestaan. Sommige planten mogen niet vaak op dezelfde plek gepoot worden. 

  • Welke groente in de zon: tomaat, komkommer, erwten, bonen, meloenen en paprika.
  • Welke groente in half schaduw: rode biet, radijs, wortel, knoflook en lente-ui.
  • Welke groente in de schaduw: bladgroenten zoals sla, spinazie, boerenkool en snijbiet, sommige kruidenplanten als peterselie en munt. 

Zet planten die hoog worden meer achteraan en ondersteun ze met plantensteunen.

Wanneer met een moestuin beginnen?

Eigenlijk kun je het hele jaar door een moestuin beginnen, behalve bij vorst en heel erg warm weer. Het beste moment is het voorjaar en het najaar. In april, mei en juni komt het mooie weer er aan en groeit alles lekker snel. 

In het najaar kun je wintergroente zaaien wat je dan in het voorjaar kunt oogsten. Spinazie, veldsla en wintererwten kun je in september/oktober zaaien. Ze groeien iets minder hard maar je kunt dan vroeg in het voorjaar oogsten. En knoflook moet natuurlijk in september/november de grond in. Je kunt dan eind mei-juli al oogsten.

 

Voorzaaien, planten en oogsten

Sommige planten zoals tomaten, pepers en courgettes kun je het beste voorzaaien. Deze planten hebben een warm klimaat nodig en als je in maart al met voorzaaien begint in een tuinkas, kweekbak of moestuinbak op poten of gewoon een bloempot, kun je ze later in je moestuin uitplanten. Vaak moet je na het zaaien de plantjes uitdunnen omdat ze te dicht op elkaar groeien. Doe dit heel voorzichtig om de kleine wortels niet te beschadigen.

Heb je alle groente gezaaid of geplant, dan goed verzorgen, water geven, onkruid wieden en wachten tot het opkomt. Daarna gaan oogsten en genieten van je groente uit eigen tuin.