Witte Druif

Vitis vinifera Solaris is een relaitef nieuw druivenras en zeer geschikt voor het water koudere klimaat. Je kunt van de Solaris druiven een stevige witte wijn met een bloemig aroma en een honingachtige afdronk maken. Ook kun je deze druiven prima zo opeten. Het is een zelfbestuivende druif. Deze druif is goed ziekteresistent. De Solaris bloeit in mei en je kunt de druiven al vroeg plukken, in augustus/september. De plant wordt ca. 2 m hoog. Zet deze druivenplant op een zonnig plekje of in halfschaduw.

Druiven bewaar je het beste in de koelkast voor ongeveer zeven dagen. Op een fruitschaal zijn druiven ongeveer drie dagen houdbaar. Als druiven aan de tros blijven zitten en niet in aanraking komen met vocht kun je ze langer bewaren. Was druiven met lauw water en laat ze uitlekken in een vergiet. De pitten kun je gewoon eten.

Druiven staan wel bekend als een suikerbommetje, toch heeft het eten van druiven ook wat voordelen. Druiven zijn bijvoorbeeld wel heel rijk aan kalium, dit is goed voor het in balans houden van de bloeddruk. Ook bevatten druiven veel voedingsvezels. Ze bevatten veel antioxidanten.

Snoeien

Snoei in junii. Zo zorg je ervoor dat de plant niet verwilderen kan en houd je plant mooi open.

Bemesten

In de winter kun je het beste bemesten. Hoe groter de plant, des te meer kalk deze nodig heeft. Bij zure druiven kun je de winter erop meer kalk gaan geven voor zoetere vruchten.